Natuur Vogels

Wintertaling

De wintertaling (Anas crecca) is een kleine eendensoort die behoort tot de familie van de zwemvogels (Anatidae). Het is een van de kleinste eenden in Europa en wordt vaak gezien in ondiepe zoetwatergebieden zoals meren, plassen, moerassen en rivieren. De wintertaling is een trekvogel, en veel populaties trekken in de winter naar zuidelijker streken, vandaar ook de naam “wintertaling.”

  • Mannetje (in broedkleed): Heeft een opvallend kastanjebruine kop met een brede groene oogstreep die van het oog naar achteren loopt. De borst is licht gespikkeld, de flanken zijn grijs, en op de vleugels heeft hij een opvallende groene vleugelspiegel.
  • Vrouwtje: Veel minder opvallend, met een bruingrijze schutkleur die lijkt op die van andere vrouwelijke eendensoorten. Hierdoor zijn ze goed gecamoufleerd in hun natuurlijke omgeving.
  • Grootte: De wintertaling is klein, ongeveer 34 tot 38 cm lang, met een spanwijdte van 58 tot 64 cm. Dit maakt hem aanzienlijk kleiner dan bijvoorbeeld de wilde eend.
  • Voeding: Wintertalingen foerageren meestal in ondiep water waar ze op zoek gaan naar kleine waterdiertjes, insecten, zaden en plantenmateriaal. Ze “graven” vaak met hun snavel in de modder naar voedsel.
  • Vlieggedrag: Ze staan bekend om hun snelle, wendbare vlucht en worden vaak in grote groepen gezien, vooral tijdens de trek.

Verspreiding: De wintertaling komt veel voor in Europa, Azië en Noord-Amerika. In Nederland is hij een algemene wintergast, waarbij veel vogels uit het noorden van Europa hier overwinteren. In de broedperiode is hij in Nederland minder talrijk, maar in sommige natte natuurgebieden broeden wel enkele koppels.

Locatie: Uitkerkse polder