Met zijn korte, brede vleugels en zijn lange poten is de sperwer goed toegerust om vogels te vangen in bossen en tuinen. Belangrijkste prooien zijn zangvogels zoals mussen, mezen en spreeuwen. Het mannetje (foto) is een stuk kleiner dan het vrouwtje. De grotere vrouwtjes pakken ook wel grotere vogels, zoals Turkse tortels en leven in een meer open gebied. Sperwers zijn drieste en volhardende jagers.
Kleine roofvogel. In essentie licht van onderen, grijs van boven met breed gebandeerde staart. Altijd gebandeerd op de onderzijde (ook jonge sperwers). Tamelijk korte, brede vleugels en lange staart met scherpe hoeken. Kop steekt niet ver uit. Lange en dunne gele poten en tenen. Kenmerkende vlucht: paar keer snel slaan met de vleugels en dan glijden. Schroeft ook op thermiek.
De sperwer heeft een scherpe, klagende roep.
Locatie: Waarnemingen.be