Vogels

Roestende ransuil

Ransuilen behoren tot de weinige uilensoorten die samenleven met soortgenoten. Van september tot in het prille voorjaar vormen ze kleine groepjes, van doorgaans zes tot acht vogels. Vaak kiezen ze loofbomen die in deze periode hun bladeren nog niet verloren hebben als voorlopige roestplaats. Wanneer de winter echt aanbreekt, zoeken de uilen een definitieve roestplaats op. Vaak opteren ze dan voor groen blijvende bomen zoals thuja’s, hulst, spar, taxus of met klimop bedekte loofbomen. Definitieve roestplaatsen kunnen soms indrukwekkende aantallen ransuilen herbergen. Zo kan het best zijn dat je in een enkele boom wel dertig ransuilen ziet soezen.