Reeën zijn herkauwers. Ze eten uitsluitend plantaardig voedsel. Als echte ‘fijnproevers’ gaan zij op zoek naar allerhande planten en kruiden, waar zij de beste delen uit plukken. Men zal een ree nooit lang op eenzelfde plaats zien grazen.

De ree is een kleine hertachtige die in de meeste regio’s in Vlaanderen voorkomt. Een volwassen dier heeft een schouderhoogte van om en bij de 70cm. Reeën hebben een roodbruine zomervacht, die in september/oktober verhaart naar een bruinachtig-grijze en dichte wintervacht. In mei/juni verharen ze opnieuw naar de zomervacht. Reeën hebben een witte spiegel (wit vlak op het achterwerk). Vooral in de winter is deze spiegel duidelijk zichtbaar en kan je aan de hand van de spiegel de bokken van de geiten onderscheiden. Bij de reebokken is de spiegel immers niervormig, terwijl de spiegel bij de reegeit hartvormig is door de aanwezigheid van een ‘schortje’. In de zomer is de spiegel meer geelachtig en is het onderscheid tussen reebokken en reegeiten moeilijker te maken op basis van de spiegel. De reebokken dragen een gewei. In tegenstelling tot andere hertachtige is het bij de ree niet mogelijk op basis van de grote van dit gewei een leeftijdsbepaling te doen.
Oude bokken zijn meer territoriaal en hebben daarom nood aan het vroeger opzetten van een gewei dat ook vroeger kan geveegd worden. Dit impliceert dat jonge bokken t.o.v. oude bokken hun gewei later afwerpen. Doorgaans worden geweien afgeworpen in oktober-november, waarbij de oudere bokken in het begin van deze periode afwerpen en jonge bokken naar het einde. Hierop zijn uitzonderingen gekend, waarbij reeds afgeworpen wordt in september (veelal oude bok) tot begin januari (veelal jonge bok). Het opzetten van een nieuw gewei gebeurt tijdens de winterperiode. Het gewei groeit gestaag en blijft bekleed met een fluwelen vacht, de bast genoemd. Bij het begin van de lente is het gewei volgroeit en zorgt de hormonale werking ervoor dat de bloedstroom in het gewei stopt. De bast begint te jeuken waardoor de bok begint te vegen. Dit gedrag oefent hij ook uit om zijn territorium af te baken. Tekst: Hubertus Vereniging Vlaanderen