De koereiger (Bubulcus ibis) is een middelgrote reigersoort die bekend staat om zijn unieke gedrag en de neiging om in de buurt van vee of grazende dieren te verblijven. Hoewel deze vogel oorspronkelijk uit Afrika komt, heeft hij zich inmiddels verspreid over grote delen van de wereld, inclusief België en Nederland.
Uiterlijk
- Kleur: Overwegend wit met een lichtgele of oranje gloed op de kruin, borst en rug tijdens het broedseizoen.
- Snavel: Kort en geel, maar kan oranjerood worden in de broedtijd.
- Poten: Grijs of geelachtig, soms roodachtig in de broedperiode.
- Grootte:
- Lengte: 46-56 cm.
- Spanwijdte: 88-96 cm.
Gedrag
- Voeding: De koereiger eet voornamelijk insecten zoals sprinkhanen, kevers en vliegen. Hij volgt vaak grazende dieren zoals koeien, paarden of zelfs olifanten, en pikt insecten op die door deze dieren worden opgejaagd.
- Jachttechniek: In tegenstelling tot andere reigers jaagt de koereiger vaker op het land dan in het water.
- Vliegstijl: Rechte, krachtige vlucht met trage vleugelslagen.
Habitat
Koereigers zijn aanpasbaar en komen voor in graslanden, moerassen, rijstvelden en langs rivieren. In Nederland worden ze steeds vaker gezien, vooral in waterrijke gebieden of bij vee.
Broedseizoen
- Nest: Koereigers nestelen in kolonies, vaak in bomen of struiken bij water. Ze bouwen eenvoudige nesten van takken.
- Eieren: Een legsel bestaat uit 3-5 blauwachtige eieren.
- Broedtijd: Ongeveer 22-26 dagen.
- Jongen: De jongen worden door beide ouders gevoerd en vliegen uit na ongeveer 30 dagen.
Interessante feiten
- De koereiger heeft zich snel verspreid over de wereld en wordt gezien als een van de succesvolste koloniserende vogels.
- In tegenstelling tot veel andere reigersoorten is de koereiger niet sterk afhankelijk van waterrijke gebieden.
- Hij heeft zijn naam te danken aan zijn associatie met vee.
