De kleine zilverreiger (Egretta garzetta) is een sierlijke reigersoort die bekend staat om zijn helderwitte verenkleed en elegante uitstraling. Deze vogel wordt steeds vaker gezien in België en Nederland, vooral in waterrijke gebieden. De kleine zilverreiger leeft voornamelijk in ondiepe wateren zoals meren, rivieren, moerassen en slikken. Ze worden vaak waargenomen in de delta’s, waterrijke natuurgebieden en soms ook op drooggevallen wadplaten.
Uiterlijk
- Kleur: Helder wit, met opvallende zwarte poten en felgele tenen.
- Snavel: Lang, slank en zwart.
- Grootte:
- Lengte: 55-65 cm.
- Spanwijdte: 88-106 cm.
- Veren: Tijdens het broedseizoen ontwikkelen ze sierlijke, lange sierveren op hun rug en borst, die bijdragen aan hun elegante uiterlijk.
Gedrag
- Voeding: Kleine zilverreigers jagen op vis, amfibieën, insecten en kleine kreeftachtigen. Ze zoeken actief naar voedsel door langzaam door het water te lopen en met hun snavel te steken.
- Jachttechnieken: Ze gebruiken slimme methoden, zoals het bewegen van hun tenen in het water om prooien aan te trekken.
- Vliegstijl: Rustige, gestage vleugelslagen met een ingetrokken nek tijdens de vlucht.
Broedseizoen
- Nest: Ze bouwen nesten in kolonies, vaak samen met andere reigersoorten. Deze nesten worden gemaakt van takken en riet in bomen of struiken bij water.
- Eieren: Een legsel bestaat uit 3-5 lichtblauwe eieren.
- Broedtijd: Ongeveer 21-25 dagen.
- Jongen: Beide ouders zorgen voor de jongen, die na ongeveer 40-45 dagen uitvliegen.
Interessante feiten
- Tijdens de 19e eeuw werd de soort bedreigd door jacht, omdat hun sierveren populair waren in de mode-industrie.
- Ze zijn sociaal en leven vaak in groepen, vooral buiten het broedseizoen.
- Hun felgele tenen zijn opvallend en waarschijnlijk een hulpmiddel bij het lokken van prooien.
- Locatie: Waarnemingen.be