De kleine ijsvogelvlinder werd in Nederland en België na een sterke vermindering in de jaren 1990 door verdroging en dichtgroeien van bos als bedreigd gezien. Koel weer in de vliegtijd van het voorgaande jaar, heeft minder exemplaren in het jaar erop als gevolg. Dit komt doordat de vrouwtjes warmte nodig hebben om te kunnen vliegen en zodoende hun eitjes af te kunnen zetten. Weinig neerslag in de vliegtijd heeft vermoedelijk een positief effect op de aantallen. In Nederland werden meer exemplaren waargenomen na droogte in de zomermaanden. De vliegtijd is van juni tot en met augustus.
De rups van de kleine ijsvogelvlinder prefereert bij uitstek kamperfoelie als waardplant. De groene rups is te herkennen aan de opvallend gevormde doorntjes.