De keep (Fringilla montifringilla) is een zangvogel die behoort tot de familie van de vinkachtigen. Deze soort lijkt sterk op de gewone vink, maar heeft enkele kenmerkende verschillen. De keep is een trekvogel die in Nederland en België vooral in de wintermaanden wordt gezien.
- Uiterlijk:
- Mannetje in broedkleed: Zwartkop met oranje borst en schouders, witte buik en een zwarte rug.
- Mannetje in winterkleed: Het zwart op de kop en rug is minder uitgesproken, vaak grijzig.
- Vrouwtje: Minder contrastrijk, met een bruinige kop en rug, maar wel oranje schouders en borst.
- Beide geslachten: Witte stuit (vlek boven de staart) en een vleugelpatroon met witte en oranje accenten.
- Gedrag:
- De keep is sociaal en wordt vaak gezien in groepen, vaak samen met vinken.
- Ze foerageren op de grond, waar ze zaden, bessen en beukennootjes zoeken.
- Leefgebied:
- Tijdens het broedseizoen (zomer) leven keeuwen in de boreale bossen van Scandinavië, Rusland en Siberië.
- In de winter trekken ze naar West- en Zuid-Europa en zijn ze te vinden in landbouwgebieden, tuinen en bossen.
- Voedsel:
- In de zomer eten ze voornamelijk insecten, die ze aan hun jongen voeren.
- In de winter schakelen ze over op zaden, bessen en vooral beukennootjes.
- Voortplanting:
- De keep broedt in de noordelijke bossen, waar het vrouwtje een nest bouwt in een boom.
- Ze legt 5-7 eieren, die ongeveer twee weken worden uitgebroed.
- Verspreiding en trek:
- Keeps broeden in het noorden van Europa en Azië en trekken ’s winters naar het zuiden.
- In Nederland en België worden ze vaak in grote aantallen gezien tijdens de wintermaanden, vooral in gebieden met veel beukenbossen.
- De keep kan in sommige winters in enorme groepen (“keepenzwermen”) worden waargenomen, vooral in gebieden met veel beukennootjes.
- Ze lijken sterk op de gewone vink, maar de witte stuit en oranje borst maken de keep goed herkenbaar.
De keep is een prachtige vogel die veel vogelliefhebbers aantrekt, vooral vanwege zijn kleurrijke uiterlijk en het spektakel van grote winterzwermen.
