De grote bonte specht is de meest algemene specht in Vlaanderen. En ook een van de meest herkenbare: met zijn zwart-witte verenkleed en rode broek valt hij meteen op.
Wat eet de grote bonte specht?
De grote bonte specht eet vooral insecten(larven) en schakelt in de winter over op verschillende boomzaden (vooral van dennen- en sparrenappels), noten (hazelnoot, okkernoot, beuk, haagbeuk) en in mindere mate eikels. In die periode zijn ze wel eens te gast op de voedertafel in de tuin. In de zomer eet hij soms ook eieren en rooft hij jonge vogels uit nesten.
Hoe plant de grote bonte specht zich voor?
Het mannetje van de grote bonte specht heeft een wel zeer ijverige manier om zijn partner te verleiden: hij trommelt zijn snavel 10 tot 20 keer per seconde tegen hol hout. Dit dient om een vrouwtje te wijzen op zijn aanwezigheid, maar ook om zijn territorium te markeren. Vrouwtjes gaan soms even terug trommelen om zich kenbaar te maken wanneer ze het territorium van een mannetje betreden.
Grote bonte spechten hakken hun nestholtes uit in bomen, bij voorkeur in zachte houtsoorten als berk. Gemiddeld doen ze daar 14-25 dagen over. Zowel mannetjes als vrouwtjes helpen mee. Een nestholte wordt maar zelden opnieuw gebruikt, meestal hakken ze elk jaar een nieuw nest uit. Hun oude nesten zijn dan wel bruikbaar voor andere soorten, zoals de boomklever. Grote bonte spechten maken het hun jongen niet meteen comfortabel: ze leggen hun witte eieren gewoon op het hout in de nestholte. Met een broedduur van ongeveer 10 dagen en de daaropvolgende 3 weken waarin de jongen in het nest opgroeien zit er ongeveer een maand tussen eileg en het uitvliegen van de jongen.
